vrijdag 8 februari 2008

ieder doet zijn eigen ding

Het gezamenlijk eten is klaar en dan komen we in dat kleine luchtledige totdat het tijd is voor bad&bed. Ieder doet zijn eigen ding. Elise scharrelt wat met de playmobil. Gijs bewondert zichzelf in de spiegel met BdB-helm en plastic gereedschap en verklaart luidop dat hij nu met de lego gaat spelen. Mark stuurt een email, ik lees wat nieuwsberichten. En poes coiffeert zijn staart op de stoel naast me. Dat is na tien minuten steevast weer voorbij. En nu is het voorbij doordat Elise cum panico naar me toe komt. 'Mama! Ik vrees dat jij die andere drie onder de kast uit moet halen!'

Maar mijn klein luchtledige is nog niet over. Dat doen we morgen wel. Al het tastbare kan best wachten tot na bad, bed en a longggggg sleep.

zwaaien

Op een van de tweehonderd paaltjes die de reling van de brug bij de Kamer van Koophandel vormen, staat een zwartleren handschoen. Vier vingers steken omhoog, de vijfde hangt. Gevonden voorwerp staat midden op de brug en zwaait: 'hallo, voorbijganger!'
Tweehonderd meter verder staat tot mijn stomme verbazing nóg een zwarte handschoen, dit maal op een houten paaltje bij de Zwarte Doos. Ze horen niet bij elkaar. Deze handschoen zwaait niet. Hij hangt treurig naar beneden. Die wordt niet meer opgehaald door het baasje, dat zie je aan alles.

weekend

Het is weekend. En de zon schijnt. De stemming op het perron wordt een klein beetje ingehouden-uitgelaten. Mensen mogen naar huis en ze zijn blij. Een man met een tasje van Jan de Groot: daar zitten Bossche bollen in, kan niet anders. Een kleuter huppelt achter zijn vader aan, een militair hangt zijn baret aan de jashaak in de intercity. Grote tevredenheid alom.

een koor van duizend voetstappen

Als je 's ochtends vanaf het perron de trap afgaat en de reizigerstunnel onder de sporen in stapt, gebeurt er altijd iets. Ongeveer halverwege valt het geruis en gedreun van het perron weg. Dan hoor je niet meer ál die pratende reizigers, ál die omroepberichten, de piepende wielen op het spoor, het gesuis van remmen. Dan hoor je enkel nog maar de duizenden voetstappen die door die gang gaan. Mensen die naar een ander spoor of naar de bus gaan, praten niet. De stationsgeluiden komen maar heel gedempt door. Alleen dat koor van duizend voetstappen.