dinsdag 25 januari 2011

nut-free zone

Vorige zomer stond ik bij de barbecue in de tuin met mijn Amerikaanse zwager te praten over het broodbeleg dat je kinderen zoal op hun brood mee naar school nemen. Ja, hoogst prozaïsch onderwerp inderdaad, maar ach, we stonden onderwijl de entrecotes-met-oregano te bespieden, en er moesten nog reusachtige champignons omgedraaid worden en flesjes Jupiler geleegd, dus het kon niet al te hoogdravend zijn. Hij vertelde dat de school van hun kinderen een nut-free zone was, en pindakaas dus niet toegestaan.

Ik was het hele verschijnsel nut-free zone alweer vergeten, toen er een paar weken geleden een brief arriveerde van de school hier, met het dringende verzoek om geen pindakaas op lunchboterhammen te smeren, dit in verband met ernstige notenallergiën bij sommige leerlingen. De school streefde ernaar een, jawel: nut-free zone te worden.

Uiteraard heb ik onmiddellijk deze beleg-optie voor Gijs geschrapt (Elise neemt nooit brood mee, die eet school dinners met groot plezier). Daarna ben ik eens gaan letten op de allergie-informatie op etiketten. De meeste dingen zijn tamelijk logisch, of op zijn minst te verklaren. Ik moest wel lachen om de mededeling op een pot pindakaas: "Warning. May contain nuts." Maar natuurlijk: een pinda is strikt genomen een peulvrucht, familie van het erwtje en verre oom sugar snap.

Pulteney Mews is so far geen nut-free zone geworden, we eten nog steeds walnoten, pistaches en pecans, cashews en dingen die wellicht in het productieproces langs een nootje zijn gevlogen. En pindakaas.