donderdag 26 juni 2008

Kruisstraat

Een van de mooie verschijningen in deze stad is de Kruisstraat. De Kruisstraat is zo'n straat die alles heeft. Winkels, woningen, een zaterdagmarkt. Parkeerplaats, bedrijvigheid, een plein aan het eind. Geldautomaten, een fietspad, zelfs de bus gaat erdoorheen.
Vandaag had ik een boodschappenlijst van minstens 25 centimeter, en in plaats van een multi-sessie-stadstour probeerde ik het maar eens in de Kruisstraat. Waar altijd mensen op straat zijn. Waar altijd gegeten wordt. Waar de Hollandse winkelcentrumketens omringd worden door talloze kleine juweliertjes, afrokappers en tokootjes. En waar de heerlijke nieuwe Aziatische supermarkt Sang Lee is gevestigd, met verplicht-te-doorlopen eetgelegenheid in het voorportaal (het woord 'snackbar' doet dit eetparadijs simpelweg geen recht). Bij thuiskomst haalde ik uit de achterbak van de auto een onwaarschijnlijke variëteit aan goederen. Een vlieger. Een pot pindakaas en drie halfjes volkoren. Twee keer tien meter XLR kabel. Norivellen voor de sushi. Een babyromper met bijpassend mutsje voor de kadola. Gaffertape. Vier soorten soyasaus. Knikkers... biologisch rundergehakt... een sproeidopje voor de kraan... zelf te frituren kroepoek. Had ik het gewild, dan had ik ook een naaimachine, een konijn en haarspeldjes mee kunnen nemen. Of een gebraden kip, een geborduurde omslag voor mijn familiebijbel en een badpak maat 48. Een gloednieuwe herenfiets, een Limburgs belegd broodje en een antroposofisch babyspeeltje. Het hele uur genoot ik van het drukke gekrioel daar in de Kruisstraat. Al die mensen in alle kleuren. Al die etensgeuren. Er rust zegen op. God houdt ook van de Kruisstraat. En waarschijnlijk Allah, Boeddha en Vishnu ook.

verliefd

We lezen een boek over Rooi Kiri, het Zuid-Afrikaanse vogeltje dat op zoek gaat naar de juiste partner.
Elise verklaart na afloop dat zij verliefd is op B.
'Die heb ik al 22 kusjes gegeven!'
Zozo. Dat is niet mis. Bovendien is ze al zeker een jaar op B., dus dat is lekker stabiel.
'Is B. ook op jou?' vraag ik, maar het antwoord daarop is ontkennend. Daar lijkt ze zelf overigens helemaal niet onder te lijden. Op mijn vraag of er iemand op haar is, haalt ze haar schouders op. 'Sommige kinderen zeggen dat R. op mij is.'

Nah, dat treft.
In haar nieuwe klas zitten straks zowel B. als R.
Dat kan nog een hele soap worden.