vrijdag 14 december 2007

fatøl

Tapbier heet hier fatøl. Dat 'øl' bier was, kon ik me nog vagelijk herinneren. Dat op zich doet al aan motorolie denken (brandstof voor stoere types), maar de combinatie met 'fat' is helemaal goed voor een associatie met dik kruiperig vet. Maar bij bestelling ('een kleintje graag') kwam er gewoon een keurige pint van een decent soort lager. Dat was gisterenavond. Dat op het vliegveld vanochtend om 10 uur alweer vele mensen aan datzelfde fatøl zaten, kon ik me niet zo goed voorstellen, maar net als in Engeland werden er alweer flink wat deciliters soldaat gemaakt. Vanwege de prijs van alcohol in Noorwegen (mijn ene glas wijn bij de Italiaan kostte 87 Kronen, ofwel bijna 10 euro) gaan sommige Noren even goed los als het taxfree is, of zelfs gratis zoals in het vliegtuig. Toen we op Schiphol uitstapten, zag ik diverse rijen waarbij in élke stoelzak drie lege wijnflesjes zaten. Bijna een prestatie voor een vlucht van anderhalf uur.

souvenirs

In de vliegveldwinkel zoek ik naar een aardige besteding voor mijn laatste kronen. Te weinig om te wisselen, te veel om mee te nemen zonder dat er meer Noorwegen in het verschiet ligt. Behalve de gebruikelijke tax-free geuren, rookmeuk en vooral opvallend veel alcohol, zijn er uiteraard ook souvenirs. Afgezien van viking-pewter (tinnen taartscheppen en servetringen) en t-shirts met opschriften van het kaliber 'My mum went to Norway and all I got was this t-shirt' (nah - toch maar niet) hadden ze ook kinderpantoffeltjes van zeehondenbont. Dat kun je ook alleen maar maken bij kinderen die de leeftijd nog niet hebben bereikt dat ze 'tegen het regenwoud' zijn, maar zelfs dan vond ik het niet zo'n aangename gedachte.

Gewoon een lekkere synthetische knuffel, een hoop snoepgoed en een half-begrijpbare Noorse kookglossy voor mij dus. Niks bontslofjes maat 25.

Pas de Bull

Op het vliegveld strijken we neer op een paar stoelen bij een gate die niet in gebruik is. Aan de andere kant van het platform besneeuwde heuvels. En dan kijk ik nóg eens opzij - en wég zijn de heuvels! Compleet verdwenen in enkele seconden, achter een egaal, ondoordringbaar en frisgewassenlakenswit gordijn. Is het mist of fijne sneeuw? Het Braathens toestel dat voorbij taxiet is alleen te zien aan het kleine lampje op de vleugel, de rest is totaal onzichtbaar. Dat kan nog leuk worden.

Het is sneeuw. Dat blijkt als er een kolonne sneeuwschuivende bulldozers uit de dienstensector aan de overkant gereden komt. Niet twee, niet vier of zes, nee, minstens twaalf grote sneeuwschuivers draaien seconden na elkaar elegant het platform op, knallend van geelheid en in de maat begeleid door hun oranje zwaailichten. Alsof het ijsdansers zijn, gaan ze synchroon langs en schuiven in lange stroken de sneeuw van het bitumen. Een choreografie voor werkverkeer.

wit

Het werd witter en witter onderweg naar Gardermoen. Die 40 kilometers maken een boel verschil. Een egaal lichtgrijze lucht en heel veel fijn bepoederde boompjes. Alsof je in een miniatuurtreinlandschap rijdt. Op het vliegveld zijn ook alle straten en daken wit. De huurauto laat zich zonder plichtplegingen inleveren. We mogen ditmaal 400 euro dokken voor de overbagage. Bonnetje voor thuis. En dan is het wachten op het vertrek.

bye now, Oslo

En dat was alweer de laatste ochtend. Alles is gepakt, de camera weer netjes in de tas. Auto inladen, uitchecken en off we go. Op het vliegveld die laatste Kronen erdoor jagen. Bye Oslo. Best de moeite om eens terug te komen als het niet voor work maar voor play zou zijn.