maandag 23 februari 2009

optimist

het olfactorisch ongenoegen

Meestal is een goed reukorgaan een zegen. Ik geniet dagelijks van het vermogen om geuren te onderscheiden en te waarderen. Koffie, wijn en specerijen, brood, kazen en kruiden zouden niet zonder kunnen. Een geurgeheugen is een prachtige toevoeging aan visuele en auditieve herinneringen. Met de kleinste hoeveelheid voorbijkomende moleculen sta je in de Parijse metro en het volgende ogenblik in een bos. Ook zonder de live moleculen is de ervaring nog wel op te roepen. Soms is mijn neus ook een goede gevarenverklikker. Inmiddels is de vierde geslaagde gas-detectie een feit.

Maar er zijn momenten dat het olfactorisch ongenoegen de overhand neemt. Natuurlijk draagt het krijgen van kinderen daaraan bij. Zodra ze uit de luiers zijn, wordt dat direct stukken minder. Dan krijgt je reukvermogen het weer zwaarder met andere missmells. Malfums. Waarom is er geen woord voor - voor onesthetische geuren? Waarschijnlijk omdat je, op het moment dat ze je ten volle treffen, nergens anders meer aan kunt denken dan aan 'zo spoedig mogelijk weg hier'. En als dat niet kan, wat dan? Op het overvolle balkon van een spits-intercity die zojuist uit een regenachtig Utrecht vertrekt, is de geur van natte herdershonden uit de jas naast je onontkoombaar. In een gemiddelde winkelstraat word je al van verre bedwelmd door de opdringerige snoepbloempjesluchten van Lush en Body Shop.

Ook de supermarkt is niet meer veilig. Tijdens mijn laatste bezoek rook 'mijn' Heijn niet naar vers brood, tomatensteeltjes en Old Amsterdam, maar naar een onbeschrijflijke mix van wasverzachter en Amerikaanse koffiebroodjes (die door Amerikanen dan weer hoogst verwarrend als Danish worden aangeduid). Bij inspectie bleek het te gaan om de nieuwste campagne van Bastognekoeken, die de winkel hadden overspoeld met folders-met-geurvakjes waar de nietsvermoedende klanten op dienden te krabben. Een overweldigende golf vanille en kaneel was het gevolg. Ik ben zelfs niet meer teruggelopen voor dat laatste netje walnoten, uit vrees weer langs die kopstelling te moeten, waar de piramide van koekdozen in een goudbruine walm lag te stralen. Bah!