zaterdag 5 april 2008

ietswat

Gijs zegt nooit 'Ik wil iets vragen' of 'Mag ik wat drinken?'. Gijs doet het direct dubbelop en zegt altijd ietswat. 'Ik wil ietswat drinken.'

Buiten dat is zijn taalgebruik tegenwoordig vrijwel vlekkeloos en zonder kleurige peuterverhaspelingetjes. Hij zegt alleen nog stofstuiger - conform Elises favoriete extra-ellige-woorden. Ooit gingen wij naar de blibliotheek, waarna wij mlüsli aten en met dluplo speelden. Tegenwoordig is haar enige haspel zorijnen. Die zullen misschien nooit rozijnen worden.

simultaanschijven

Simultaan schaken zal niet meevallen, maar ik hoor nu twee kinderstemmen om de beurt 'Jouw beurt papa' en 'Jij bent!' tegen Mark roepen. Hij is tegelijk met Elise aan het dammen en met Gijs aan het vieropeenrijen. En dan zeggen ze nog dat mannen niet kunnen multitasken!?

Meneer Big for president

Mijn favoriete kinderboekkarakter van dit moment moet toch wel Meneer Big zijn. Op Meneer Big kun je rekenen. Hij is beschaafd, kalm en vindingrijk. Hij gaat op avontuur, maar is ook gehecht aan huis en haard. Hij is een intellectuele gentleman met oog voor de wereld om zich heen. De meeste boeken over Meneer Big dragen een onheilspellende titel.
Meneer Big gaat naar de haaien.
Meneer Big gaat naar de bliksem.
Meneer Big gaat naar de maan.
Steevast heeft Meneer Big daarin reden om een hachelijke tocht te ondernemen, vaak in een aandoenlijk zelfgeknutseld voertuig. En telkens neemt hij broodjes mee voor onderweg. Meneer Big is een verstandige big. Daarom loopt het ook altijd weer goed af, en eindigt elk verhaal met een scene waarin Meneer Big en zijn vrienden Olifant en Schaapje aan tafel zitten met thee en koekjes.