vrijdag 27 februari 2009

fat bastards, the sequel

De snuitkever bleek volledig onschuldig aan het fatsia-drama. Bij héél nauwkeurige inspectie zag ik ineens schildluis op de mooie bladen. Schildluis! Aargh! De moeilijkst-te-verdelgen soort! Overgestapt vanaf station Aanpalende Bananenplant, dat kan niet missen. Maar nu. Nu zit ik met een gehavende fatsia... met schildluis.

Chemische oorlogvoering zal wel het enige antwoord zijn.

maandag 23 februari 2009

optimist

het olfactorisch ongenoegen

Meestal is een goed reukorgaan een zegen. Ik geniet dagelijks van het vermogen om geuren te onderscheiden en te waarderen. Koffie, wijn en specerijen, brood, kazen en kruiden zouden niet zonder kunnen. Een geurgeheugen is een prachtige toevoeging aan visuele en auditieve herinneringen. Met de kleinste hoeveelheid voorbijkomende moleculen sta je in de Parijse metro en het volgende ogenblik in een bos. Ook zonder de live moleculen is de ervaring nog wel op te roepen. Soms is mijn neus ook een goede gevarenverklikker. Inmiddels is de vierde geslaagde gas-detectie een feit.

Maar er zijn momenten dat het olfactorisch ongenoegen de overhand neemt. Natuurlijk draagt het krijgen van kinderen daaraan bij. Zodra ze uit de luiers zijn, wordt dat direct stukken minder. Dan krijgt je reukvermogen het weer zwaarder met andere missmells. Malfums. Waarom is er geen woord voor - voor onesthetische geuren? Waarschijnlijk omdat je, op het moment dat ze je ten volle treffen, nergens anders meer aan kunt denken dan aan 'zo spoedig mogelijk weg hier'. En als dat niet kan, wat dan? Op het overvolle balkon van een spits-intercity die zojuist uit een regenachtig Utrecht vertrekt, is de geur van natte herdershonden uit de jas naast je onontkoombaar. In een gemiddelde winkelstraat word je al van verre bedwelmd door de opdringerige snoepbloempjesluchten van Lush en Body Shop.

Ook de supermarkt is niet meer veilig. Tijdens mijn laatste bezoek rook 'mijn' Heijn niet naar vers brood, tomatensteeltjes en Old Amsterdam, maar naar een onbeschrijflijke mix van wasverzachter en Amerikaanse koffiebroodjes (die door Amerikanen dan weer hoogst verwarrend als Danish worden aangeduid). Bij inspectie bleek het te gaan om de nieuwste campagne van Bastognekoeken, die de winkel hadden overspoeld met folders-met-geurvakjes waar de nietsvermoedende klanten op dienden te krabben. Een overweldigende golf vanille en kaneel was het gevolg. Ik ben zelfs niet meer teruggelopen voor dat laatste netje walnoten, uit vrees weer langs die kopstelling te moeten, waar de piramide van koekdozen in een goudbruine walm lag te stralen. Bah!

zondag 22 februari 2009

oetel

Gijs kan alweer kikkersprongen maken.

afdeling administratie

Zo houden wij ons huishoudboekje bij.

vrijdag 20 februari 2009

peaceful

Gijs kreeg een prijs

De school vierde vandaag het jaarlijkse carnavalsfeest met een optocht voor alle kinderen. Daarna werd voor de eerste keer een gloednieuwe onderscheiding uitgereikt, vanaf nu jaarlijks te vergeven aan een ouder, teamlid of kind. En Gijs was de eerste die hem in ontvangst mocht nemen.

fat bastards

Opeens viel me op dat mijn mooie Fatsia, die legendarische kamerplant Die Het Al Twee Jaar Uithoudt zonder klachten (hij is een stil type) kleine rafelrandjes vertoonde aan zijn bladeren. Nader onderzoek leerde dat de onderste bladeren hevig aangeknaagd waren, en dat de schuldige overal kleine zwarte uitwerpseltjes achterliet. Toen ik de alleronderste bladeren opzij schoof, ontwaarde ik nog net een dikke snuitkever die lag uit te buiken in de potaarde en beledigd achterom keek, daarbij een harde fatsiaboer latend.

Tsss.

En nu? Ik heb de arme fatsia maar even buiten geparkeerd, in de hoop dat de ongewenste bezoekers verhuizen naar elders, en bij voorkeur níet naar de nog grotere bladen van het belendende perceel - de bananenplant. Daar staat het arme ding nu voor het raam in de regen naar binnen te turen. Hij houdt best van een sappige bui, maar niet van kou. Hopelijk de snuitkevers ook niet.

donderdag 19 februari 2009

oranje waas

Als ik mijn portemonnee open, is het vertrouwde zachte blauw dat al sinds mijn 12e vaste prik is, totaal verdwenen. Ergens zwerft nog een chippas, waarschijnlijk leeg op een bedrag na waarvoor je in een gemiddelde stad 6,3 minuten je auto mag stallen.
Vandaag de dag geeft mijn lederen geldflap licht in het donker. Het oranje straalt je tegemoet. 't Is geen gezicht.

woensdag 11 februari 2009

hun

Ik geef toe dat ik tamelijk overgevoelig ben op sommige gebieden. Op het gebied van taal bereik ik extreem snel de irritatiegrens. Ik erger me aan taalfouten in drukwerk: als je dan toch een folder of handleiding laat drukken, dan controleer je die desnoods veertien keer. En als je zelf niet talig bent, dan laat je een talige medemens meekijken. Een van mijn grote ergenissen betreft 'hun'. Hun hebben. Hun doen. Hun weten. IEKS! De enige Hun die iets doet, weet of heeft, is Attilla, en die is in zijn eentje.
Wat pas echt ernstig is, is je eigen kinderen die hunnen. 'Mama, hun zeiden... bla' - dan kruip ik direct terug onder mijn dekbed. Ieks.

neus

Overwoog ik in oktober al om fulltime ruiker te worden, vandaag werd weer duidelijk dat dat nog altijd een optie is. De auto rook een klein, onopvallend, bescheiden beetje naar gas. Een licht LPG parfum uit het dashboard, zeg maar. Het viel me pas op toen ik met wat geringere snelheden over de A12 reed (nou ja, 'reed', het was meer filekruipen). Wachtend op een plekje voor de parkeergarage sloeg ik met mijn voeten op het dashboard op mijn gemak eens de gas-handleiding open bij 'storingen'. Daar werd verteld dat bij het ruiken van gas de dealer gecontacteerd diende te worden. Meteen maar even gebeld. Zij wilden kennelijk geen enkel risico nemen en wilden de auto binnen 24 uur zien. Aldus geschiedde, nadat ik toch wat beduusd op benzine terug was gekeerd naar Eindhoven.

Binnen een half uurtje na aankomst was het alweer gefikst, en inderdaad: een klein lekje. Keurig gerepareerd en geen moleculetje gas meer te ruiken.

zondag 8 februari 2009

Stockholm Strings

gemiddelde duim

Er worden koekjes gebakken. Elise leest de aanwijzingen en zegt 'Mam, ik heb een ei nodig zo groot als m'n duim!'

Ik kijk wat er staat. "You will need 1 medium egg."

Stockholm Street Scenes

Stockholm Street Scenes, slapstick version

begonnen

Een jaar is als een kindertoneelstukje. De winter is gewoon de lange winter van vorig jaar, die nog een of twee of drie maanden doorijlt, onophoudelijk met grijze luchten en koude wind. Maar al snel, en dit jaar dus al in de eerste week van februari, komen er dagen, of zelfs maar momenten, die je laten zien en voelen hoe dat ook alweer was: lente. Gegiechel in de coulissen, gestommel, een kind steekt zijn hoofd door de gesloten gordijnen en zegt dat ze al begonnen waren hoor, maar 'nú beginnen we écht!'. En dan is het hoofd weer weg.

De eersten zijn de paarse krokusjes, die al een week of wat hun grinnikende hoofdjes boven de grond uit steken, in de berm tussen de rijbanen van de ring Eindhoven. "Kijk ons eens! Hahaha!" Ze zijn het brutaalst van al die lentebolletjes en gaan de verlegen blauwe druifjes voor, banen de weg voor de corpulente tulpen, de opschepperige hyacinten en de elegante narcissen.

Het gestommel en gerommel wordt op deze zondagochtend veroorzaakt door de vogels, die af en aan vliegen, al lang bezig met deze nieuwe dag. De grauwe lucht van het buienfront van gisteren is verdreven en de hemel is helder en babyblauw. Ondanks de dunne laag ijs op het platte dak ziet het er uitnodigend uit, nu alweer die belofte van buiten zijn, nieuw groen, lange avonden en dunne kleding. Het zal vast ook lekker ruiken, maar dat wordt binnen nog overstemd door de geur van verse koffie.

Een doffer die op zijn flank wordt beschenen door die eerste zon van vanochtend, slooft zich uit naar een damesduif hoog in de beuk. Na vele rroe-koe-oeoe-koee-ooe's mag hij met zijn onhandige lijf klapperend bovenop haar plaatsnemen, maar het takje is zo slap dat het te ver doorbuigt, en de duif vliegt weg, naar de dakkapel van de achterburen. De doffer blijft teleurgesteld achter, gadegeslagen door een publiek van drie kauwen die zelf te jong zijn om een nest te hebben gehad. Intussen blijft de zon maar schijnen uit de richting Nuenen, alles dat boven onze huizen uitsteekt, krijgt een zachte gouden gloed. Ze is vast begonnen, de lente.

zaterdag 7 februari 2009

Alempue

Als je naar de site surft van de wijn die we vanavond openden - ene 'Alempue' uit Chili - krijg je eerst deze vraag voorgeschoteld: ¿Cumple Usted con la edad legal para beber vino en su país?

Voor de Spanalfebetes staat het er ook in het Engels naast: mag u drinken volgens de wetten in uw land? Gelukkig kan ik daar naar eer en geweten 'ja' op antwoorden en daarom word ik binnengelaten. Ik heb nog niet gekeken wat er gebeurt als je 'nee' antwoordt.

Daarna volgt een lange reeks flashpagina's met beeldende beschrijvingen van neuzen en bijpassende gerechten en familiegeschiedenissen waar Garcia Marquez nog een puntje aan kan zuigen. Wij probeerden de Chardonnay Reserva, die voor een Chard opvallend hartig was. Een beetje streng, maar wel smaakvol. Stilish. Hiervan gaat er geen hele doos komen, maar wél van de Carmenère Reserva, want die deed het nog beter dan zijn non-Reserva-broertje (die als huistuinenkeuken-rood ook nog heel wel door de beugel kon.)

geslacht van verzamelaars

Tja, dat gevoel van NEC-bijna-compleet-te-hebben.

Ik dacht echt en oprecht weer deze volgende ronde van verzamelfrutsels over te kunnen slaan. De totale verzameloorlog brak ergens bij de Flippo al uit, alhoewel andere generaties vast claimen dat Verkade er ook een rol in speelde, of een zekere F. uit T. met zijn crimineel-framboosachtig uiterlijk. Nadat we de wuppies, handpoppen en smurfen redelijk hadden doorstaan en zelfs al schadeloos door vele golven van steeds exotischer gekleurde hamsters zijn gerold, had ik weinig vrees voor de voetballers. Mijn kinderen, dacht ik, hebben niks met voetbal. Makkie dus.

Verkeerd gedacht natuurlijk, want ach ja, je wordt bij elke albert-bestelling overspoeld met veel meer pakjes plaatjes dan je rechtmatig deel, en die ene keer dat ik met een luid zingende Gijs de zelfscan-kassa passeerde, leverde dat ook direct de 12 pakjes plaatjes van de achterligger op. Even leek het erop dat het de kinderen vooral ging om het uit de folietjes bevrijden van al die mannen in korte broeken, maar toen ik de dikke stapel plaatjes op de piano in een envelop wilde duwen voor verzending aan oma, werd me door Elise verzekerd dat alléén de dubbele mochten. Enfin, het eind van het liedje is dat ik een werkelijk rustgevend moment beleef aan het inplakken van De Graafschap tijdens een kop thee. En dat Gijs nu staat te voetballen in de tuin. Helemaal geïnspireerd.

vliegend alter ego

Gijs vindt zichzelf al enkele dagen bij vlagen 'een babyvogel'. Hij claimt dat in bad zijn vleugels nat worden, en zegt voortdurend 'tsjiep'. Als beneden de ontbijttafel wordt gedekt, hoor ik Mark aan Gijs vragen of hij ook even borden neer wil zetten voor de papa- en mamavogel en de grote-zus vogel, waarop Elise verontwaardigd uitroept: "Ik bén geen vogel - ik lúst geen wormen hoor!"