zaterdag 21 juni 2008

one month from now

Vandaag over een maand zijn we net een dag in Engeland. Waarschijnlijk is Bath in de tien jaar dat we er weg zijn, stukken minder veranderd dan wijzelf. Ik zie in gedachten precies voor me waar in de stad we zullen landen, in het terraced house dat we 4 weken hebben gehuurd. Naast de cricketvelden vlakbij Sidney Gardens is het, en als je via Laura Place loopt, kom je op Great Pulteney Street. Dan is links The Boater en rechts The Balti House waar we vast en zeker een maand lang net zo vaste afnemers zullen worden als van Tokyo Sushi Bar in Vancouver afgelopen zomer. Daarna komt de Bath Rugby Fan Store met hun paarsblauw-wit gestreepte merchandise, en de kleine souvenirshopjes op Pulteney Bridge, een van de weinige bewoonde bruggen ter wereld, over de Avon weir die eronder stroomt. En ik zie mezelf lopen, de brug over, dan vlak voor de muziekinstrumentenwinkel langs het voetpad naar beneden langs de rivier. Daar kom je bij de achteringang van de Waitrose, waar we een maand lang vaste klant zijn voor alle heerlijkheden. In gedachten wandel ik verder door Bath - zou het er allemaal nog zijn: de Mexicaanse afhaler bij The Little Theatre - de Raincheck Bar? Is er nog die sandwichshop bij Orange Grove? Staan er nog gestreepte strandstoelen in het park daar beneden? Hoeveel heteluchtballonnen vertrekken er elke dag van het centrale veld van Vicky Park, voor de Royal Crescent - zouden de kinderen een rondje pitch and putt volhouden? Is de Sains in Green Park Station nog steeds zo druk en is er in dat café nog steeds jazz op zondag? Heeft Green Street nog steeds de beste groentewinkels en bestaat die heerlijke bakker nog waar je koffie en thee kon drinken, in een puntig pand op de kruising van 5 straten? Het is er vast allemaal nog, alleen The Circus Restaurant heeft, zo hebben we vernomen, helaas, helaas een nieuwe eigenaar.

zingende doos

In de keuken staat een gigantische doos waarin de firma Overtoom een paar transportkratten had verpakt die ik afgelopen week bestelde. Uit de doos komen geluiden: eerst geschraap, daarna luid gezang (een no-lyrics-versie van Mary had a little lamb) en veel geschraap en geveeg en hetzelfde lied maar nu met de woorden Lekkerdonkerlekkerdonkerlekkerdonker.

En vervolgens zegt de doos met een piepstemmetje: 'wie wil er naar de zingdoos kijken? ik heb leren zingen op de zingdoosschool.'

Als ik zeg dat ik wel even op internet een aankondiging plaats zodat we wat publiek hebben die dan allemaal een euro mogen dokken voor een voorstelling van onze zingdoos, zegt de zingdoos: 'Maar mama... dat doe je toch niet echt hè? Want dit is geen zingdoos, dit is gewoon een Elise!'

Meneer Frits

Midden in het winkelhart van Eindhoven, aan de 'warme kant' van de Heuvelgalerie vastgeplakt, zit Meneer Frits. Eigenlijk vermoed je dat het ooit de extended-foyer is geweest van het Muziekcentrum. Boven de deur hangt nog een bord waarop aangegeven is welk wachtnummer er aan de beurt is bij de kassa's. Meneer Frits is ondanks zijn distincte seventies-kleurstelling van bruin en veel oranje, aangenaam warm-modern. Het personeel draagt zwarte shirts met op de rug in een dikke oranje lijn hun logo: het herkenbare profil van de man die zijn naam leende aan dit etablissement. En hoewel de echte Meneer Frits op 100-jarige leeftijd stierf, inmiddels bijna drie jaar geleden, bruist en bubbelt 'zijn' grand café-restaurant voort.
Wij aten een voorgerecht van tonijntartaar, tonijnsashimi en tonijnrosbief (die laatste term slaat etymologisch natuurlijk nergens op, maar zo staat-ie op de kaart en het beschrijft vrij aardig het zeer rosé gegrillde plakje tonijn) met wat mooie bijlagen zoals wasabicreme en een rettichsalade. Daarna had ik een voortreffelijke tournedos met rode wijn-vanillesaus. Ik ben arrogant genoeg om te denken dat ik veel van wat in restaurants op de kaart staat, even goed kan maken, maar een echt lekker stuk rood vlees bereiden is moeilijk genoeg - en dan vooral en in de eerste plaats om eraan te komen. Energie steken in het onderhoud van een relatienetwerk met veehouders en slagers, is iets dat ik graag aan de horeca overlaat.
Daarnaast is Meneer Frits zo vriendelijk geweest om hun wijnen allemaal per fles maar ook per glas aan te bieden, voor zeer schappelijke prijzen. Dat laat nog wat ruimte voor je eigen wijnarrangement.
Als finishing touch nam (naar wat bleek te zijn) een stamgast plaats achter de vleugel en speelde langdurig en zeer verdienstelijk diner-arrangementen. Daarmee steeg Meneer Frits definitief uit boven deze eenvoudige provinciestad en tilde Eindhoven weer heel even naar het niveau cosmopolitan.