donderdag 10 april 2008

8:37

Ho-oi. Met mij. Hee. Ja. Hè? Nee. Watte? Nee. 'k Zit in de trein weetjewel. Oh iets van zeg maar zeven uur. Denk ik hoor. Nee. Nee doe maar niet. Nee dat zei ik nog tegen haar. Supervet. Ja. Zeg ik nog. Ik zei dat. Neehee, ík. Dat je zeg maar ff weg gaat. Nou ja, weet je, het maakt niet uit. Ja, dat zei ik ook. Nee. t Is zeg maar zo'n klein ding en dan heb je zo aan die ene kant zeg maar een heel klein stukje... wat? Ja. Is goed. Wacht - wacht ff. Ja. Nou je hebt dus zeg maar die hele bak en ...ja. Ja? Oh lekker joh. Echt lekker man. Zo dan. Dus jij bent zeg maar vanaf nu tot - hoe lang? Oh heb je dat nog niet gedaan? Lache. Okee. Ja. Nee da's zeg maar vanzelf, weetjewel. Super. Nee. Nee, kweetniet. Nee joh ik bel wel. Je weet het niet. Je weet het toch nooit. t Is zeg maar altijd een gok. Nee we staan stil. Weetikhet. Nee joh. Zal wel. Ja. Altijd wat zeg maar. Ja. Heb ik ook niet. Ja. Jaaaaaaa, die ook. Ja je weet wel. Ik weet het ook niet hoor. Hoeveel dan? Zo dan. Da's zeg maar best wel veel. Ja. Dat weet ik niet maar volgens mij niet. Hè? Nee. Oh die. Nee joh, weetikhet. Da's zeg maar meer zijn ding. Is goed. Ja. Okee. Doehoei. Ja, doe ik. Doehoeg.

Dan ben je 8:37 en 10 kilometer verder en je hebt geen idéé waar dat over ging.

1 opmerking:

Anoniem zei

Gelukkig ook maar, want het ging nergens over, zoals het bij 90% van dit soort taferelen helemaal nergens over gaat. Het zijn alleen maar de zielige symptomen van een alom heersende epidemie, nomofobie (no mobile phobia) genaamd. Men waant zichzelf zo belangrijk dat men altijd en alom bereikbaar meent te moeten zijn. Het totaal ontbreken van enig respect voor zijn omgeving hoort daar gewoon bij.